934 22 DECEMBER 1925. Mijn partij verwierf bij deze verkiezingen te Breda niet minder dan 2850 stemmen, een cijfer hooger dan ooit, ruim 400 hooger dan in het verkiezingsjaar 1922. De heer Haaiman make zich geen illusies Het gaat onze partij uitstekend! Naar buiten neemt onze invloed steeds toe. En ook innerlijk is de zaak volkomen in orde. Al zij gaarne ook hier toegegeven, dat het uittreden van den heer Haaiman uit mijn partij destijds een niet on gevoelig verlies was voor de positie van de plaatselijke af- deeling onzer partij naar buiten en in den Raad; de won derlijke zig-zag lijn in het politiek optreden van den heer Haaiman na dit uittreden, heeft de geslagen wonde vrij spoedig doen genezen. Het herstel der politieke kracht van de S. D. A. P. ter plaatse, moge ook den heer Haaiman leeren, dat sterker dan de invloed en de kracht van één persoon, op den duur de kracht van een partij is. Toch is het op zich zelf zeer wonderlijk, Mijnheer de Voorzitter, dat de heer Haaiman zich zoo verkneuterde met de z. i. zoo slechte positie der S. D. A. P. Van een zich noemend „Socialist" mocht iets anders verwacht worden. Het is toch zeker niet zoo, dat de S. D. A. P. voor den heer Haaiman alleen beteekenis had voor het socialisme toen hij er zelve toe behoorde? In dat geval lijdt hij wel zeer veel aan overschatting van de beteekenis van eigen persoonlijkheid. Er is nog iets anders, Mijnheer de Voorzitter, wat ik niet wil nalaten nu te zeggen. Het is dit: Acht de heer Haai man den tijd niet aangebroken om nu eens precies te zeggen als hoedanig hij hier zit? Een zich noemend democraat moet met het volk meeleven en dit volk oh de hoogte houden van richting en beleid zijner vertegenwoordigers. De heer Haaiman heeft de Schaapman-fractie altijd verweten, dat zij geen program had, dat de kiezers dus niet wisten wat ze aan de heeren hadden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 934