5 FEBRUARI 1925. De VOORZITTER geeft in overweging, dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. Dienovereenkomstig wordt besloten. 33. Adres van C. A s h o f f, verzoekende terugbetaling van te veel betaalde belasting krachtens de verordening op openbare vermakelijkheden, met schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter kennisneming aanbiedende het door hen indertijd aan Gedeputeerde Staten uitgebracht advies op een dergelijk verzoek van adressant aan dat College, alsmede de daarop door gemeld College genomen afwijzende beschikking, en voorstel van Burgemeester en Wethouders om dit adres voor kennisgeving aan te nemen. De heer HORNIX geeft toe, dat Gedeputeerde Staten rechtens gelijk hebben. Toch heeft Spr. den indruk gekregen, dat door adressant jarenlang te veel belasting is betaald. Spr. betreurt het, dat er geen middel is gevonden om het te veel betaalde te restitueeren en zou, indien daarvoor alsnog een gaatje te vinden is, in overweging willen geven zulks te doen. De heer APPELBOOM zegt, dat, als hij het wel heeft, telkens aangifte moet geschieden van de oppervlakte der localiteiten, waarvoor de belasting betaald moet worden. Wanneer die aangifte-biljetten bewaard gebleven zijn, dan is dus nog na te gaan in hoeverre er te veel belasting be taald is. De VOORZITTER wijst er op, dat deze kwestie bij Burgemeester en Wethouders thuis behoort. Zij is indertijd bij Gedeputeerde Staten aangebracht en deze hebben zich bij de meening van Burgemeester en Wethouders neergelegd. Spr. gelooft, dat de Raad derhalve niet goed zou handelen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 93