938 22 DECEMBER 1925. De VOORZITTER heeft den heer Van Hattem laten doorspreken, maar het gebruik is altijd geweest, dat derge lijke zaken bij de betrokken artikelen worden besproken. Spr. verzoekt den heer Van Hattem zich aan deze gewoonte te houden. De heer VAN HATTEM belooft zich te zullen beperken hij zal niet in détails afdalen, maar wenscht toch nog enkele opmerkingen te maken. De VOORZITTER geeft den heer Van Hattem in overweging, zich te bepalen tot opmerkingen over het beleid van Burgemeester en Wethouders in het algemeen. De heer VAN HATTEM zal veel van hetgeen hij wilde zeggen achterwege laten. Op het gebied van de werkloozen- zorg kan het beleid van Burgemeester en Wethouders zijn goedkeuring niet wegdragendezen hebben zich te dien opzichte zeer nalatig betoond en dat in een gemeente, waar door het Burgerlijk Armbestuur zulke buitengewoon geringe bedragen worden uitgekeerd. Spr. brengt Burgemeester en Wethouders hulde voor het weder-opnemen van vertegen woordigers van den Bredaschen Bestuurdersbond in de commissie van advies in zake werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling. Voorts geeft Spr. in overweging, alsnog te voldoen aan den wensch om het Burgerlijk Armbestuur om te zetten in een commissie voor Maatschappelijk Hulp betoon. De naam „Burgerlijk Armbestuur" is voor bonafide arbeiders zeer stootend. Ten slotte zegt Spr. ten zeerste prijs te stellen op het instellen van een onderzork naar de wenschelijkheid vaneen gemeentelijke ophaal- en stortingsdienst. De heer CERUTTI zejt, dat ook hij het verzoek tot het beleggen van een spoed eischende raadsvergadering heeft geteekend, omdat hij gaarne op de hoogte wenschte te worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 938