22 DECEMBER 1925. 939 gesteld van den stand van het autobussen-conflict. Hij heeft zich evenwel met het antwoord van den Voorzitter volkomen kunnen vereenigen. Spr. heeft in de afdeelings- vergadering aangedrongen op het houden van meer openbare raadsvergaderingen ter voorkoming van overladen agenda's. Het antwoord van Burgemeester en Wethouders op dit verzoek „Van overlading der agenda's van de raadsverga dering is niet gebleken over 't algemeen worden deze steeds binnen behoorlijken tijd afgehandeld," moet hij tegenspreken. De vergaderingen duren vaak tot laat in den nacht en in de meeste bestaat geen gelegenheid voor de rondvraag. Spr. moet derhalve blijven aandringen op het houden van meer vergaderingen. Ook heeft hij verzocht om de autobussen, die van buiten komen, door de stad te laten rijden. Spr. vindt het standpunt, dat Burgemeester en Wethouders te dien opzichte innemen zeer onjuist. De handeldrijvende midden stand wordt daardoor ten zeerste benadeeld en voor de passagiers, die hier hun inkoopen komen doen is het hoogst onaangenaam. Spr. dringt er bij Burgemeester en Wethouders op aan om hun standpunt alsnog te wijzigen. De heer HAALMAN houdt de volgende rede Mijnheer de Voorzitter! Wederom staande voor de behandeling der gemeente- begrooting wil ik gaarne zij het met gemengde gevoelens gebruik maken van de gelegenheid tot het houden van alge- meene beschouwingen. Met vreugde, wijl ongesteldheid mij een vorige maal belette aan de behandeling der begrooting deel te nemen; evenals de heer Van Hattem met vreugde, omdat we ditmaal de begrooting kunnen behandelen op een meer daartoe geëigend tijdstip dan in de laatste jaren het geval is geweest, iets waarvoor naast het College ook den Ambtenaren een woord van lof toekomtmet schroom, omdat ik ditmaal veel en velerlei critiek zal hebben uit te oefenen, al ben ik dan ook ten zeerste doordrongen van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 939