946
22 DECEMBER 1925.
bij een beoordeeling van zijn beleid werd over het hoofd
gezien, dat hij als een democratische oase in een conserva
tieve woestijn, nu juist niet een zeer gemakkelijke en begee-
renswaardige taak te vervullen heeft. Dat hij, die men als
kop van Jut wilde gebruiken, ten slotte zelf met krachtige
slagen den hamer gehanteerd heeft, is volkomen begrijpelijk
en daarom verdient hij voorzeker een woord van hulde.
Toch zou ik hem onder meer willen verzoeken, niet uit het
oog te verliezen het zoo belangrijke werkloosheidsvraagstuk
en zou ik gaarne van hem vernemen, in hoeverre gesproken
kan worden van een welslagen der pas tot stand gekomen
reorganisatie van den geneeskundigen dienst. Geheimzinnige
geluiden zijn daaromtrent in dezen Raad gehoord. Ik
heb ze niet begrepen. Zou de Wethouder den sluier, die
blijkbaar deze geheimzinnige zaak omhult, niet een weinig,
doch liefst geheel, willen oplichten?
Gekomen tot het beleid van den heer Wethouder Kor-
teweg, kan ik bijzonder kort zijn. Zoover ik kan nagaan
is door hem heelemaal geen beleid gevoerd. Zichzelf „de
voetbal" noemende, is hij dan ook aardig heen en weer
getrapt om al heel spoedig in het reactionnaire goal terecht
te komen. Verwonderlijk, als men weet, dat vóór dat met
den voetbal werd getrapt, het af en toe wel eens scheen,
dat deze met democratische lucht was opgepompt. Kan het
anders, dan dat met zoo'n voetbal, de directie van de be
drijven, welke aan het beleid van dezen Wethouder zijn
toevertrouwd, speelt als „de kat met de muis."
De heer Korteweg zal wel niet ontkennen, dat hij
steeds bevestigend heeft geantwoord, wanneer ik hem in
den afgeloopen zomer herhaaldelijk heb gevraagd, of hij niet
mijne meening deelde betreffende de onjuistheid der wederom
gevolgde cokesverkoop-politiek, over de onrustbarende toe
name der voorraden dat hij even herhaaldelijk beloofd heeft,
met voorstellen daaromtrent in de Gascommissie te komen.
En wat heeft de heer Korteweg gedaan Totaal niets,
Mijnheer de Voorzitter,