94 5 FEBRUARI 1925. met een andere zienswijze te doen kennen. Burgemeester en Wethouders hebben de zaak nauwkeurig onderzocht. Zonder verdere bedenkingen wordt besloten, op gemeld adres voor kennisgeving aan te nemen. 34. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op het verzoek van A. Voeten, om ruiling van grond aan den Achterom, luidende als volgt: „Om prae-advies stelde Uwe vergadering in onze handen „het hierbijgevoegd adres van A. Voeten alhier, verzoe kende eene ruiling van grond in verband met de voorge komen verbouwing van de perceelen aan den Achterom, „kadastraal bekend sectie A. no. 1303 en 1304. „Naar aanleiding hiervan hebben wij de eer U het vol gende mede te deelen. „Zooals uit het adres en de overgelegde teekeningen blijkt, „wenscht adressant een tweetal woningen aan den Achterom „staande op de perceelen sectie A. nos. 1303 en 1304 af te „breken en wil hij op het terrein, gevormd door het stuk, „dat van die perceelen overblijft, nadat daarvan is afgenomen „het op bijgaande teekening geel gekleurde voorstuk, en „door den op deze teekening met rood aangegeven, aan de „gemeente toebehoorenden grond, een pakhuis met twee „bovenwoningen bouwen. Het bedoelde voorstuk van de „genoemde perceelen zou dan geruild worden tegen bedoelden, „aan de gemeente toebehoorenden grond. „Wijl hier inderdaad een goede verbetering wordt ver kregen, bestaat er naar onze meening alleszins aanleiding „om tot de gevraagde ruiling mede te werken. „Door den gevel van de te bouwen panden 2.50 M. „achteruit te plaatsen, zal adressant 30 M3. grond aan „de gemeente hebben af te staan. Daarentegen bedraagt de „oppervlakte van den grond, door de gemeente af te staan, „97 M2. „De waarde van den grond, door adressant af te staan,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 94