22 DECEMBER 1925. 949 Ook de heer Mr. Dr. B u r i k s, behandelt in zijn bekende dissertatie, „Democratisch Gemeentebeheer", in den breede deze aangelegenheid en noemt velerlei voorbeelden hoofd zakelijk uit Amerika. Maar is het noodig. Mijnheer de Voorzitter, den blik te wenden tot over den oceaan? Heb ben we niet in ons eigen land in de meeste plaatsen van eenig belang iets, waarop in dezen Raad al zoo herhaaldelijk is aangedrongen, vooral ook met het oog op een meer volledig raadsverslag, namelijk een gemeenteblad, dat zich zoo bijzonder zou leenen voor het door mij beoogde doel. Eenmaal is daartoe een memoriepost oo de begrooting ge bracht, maar gekomen is er niets. Kan dus op dit gebied door ons nog veel worden gedaan om onze burgerij voor de gemeentezaken te interesseeren, bijzonder aangenaam doet het mij aan, in de laatste maanden herhaaldelijk te mogen ontwaren, dat bij vele ingezetenen, het hart warm klopt voor de plaats hunner inwoning, dat door hen belangstelling werd getoond in het wel en wee dezer gemeente, getuige het groot aantal geschenken voor onzen nieuwen stadhuisbouw. Terecht betuigde dan ook de Raad op levendige wijze zijn instemming en dankbaarheid, telkens als een zoodanige mededeeling hem bereikte. Moge deze voorbeelden nog door velen worden gevolgd. In dit verband herinner ik er aan, dat zoowel in als buiten dezen Raad, de vraag is gesteld, of het oirbaar was in dezen tijd, tot zoo'n kostbaren nieuw bouw te besluiten. Wanneer ik daarop het antwoord wil geven, zoude ik U willen verzoeken, met mij en Hamerlings „Aspasia" een enkel jaartje terug te gaan. Wij bevinden ons dan op de markt van het oud-Athene en zien daar onzen vriend Pheidippides, bezig met het koopen van een paar vischjes. Hij, bekend als geweldig zuinig, staat natuurlijk schrikbarend te pingelen, maar eindelijk heeft hij zijn vischjes losgekregen voor de helft der twee obolen, die de verkooper hem gevraagd had. En ziet, daar komen een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 949