950
22 DECEMBER 1925.
paar andere marktbezoekers op hem af zeggende: „Hei
daar Pheidippides, jou moeten we juist eens hebben. Jij bent
iemand, die van een huishouden verstand heeft. Wat zeg jij
van die verspilling van Perikles, die wil hebben, dat wij
den bondsschat van Delos, dien geweldigen rijkdom, zullen
gebruiken voor allerlei loonen en theatergelden en voor een
groot en prachtig feestgebouw voor Pallas op de Acropolis.
Heb jij, Pheidippides, daar niets tegen in te brengen?"
„Beware me Pallas," roept dan Pheidippides uit, „moge
de zegen van alle goden kome over het hoofd van onzen
grooten Perikles, neen, daar heb ik niets tegen in te brengen,
integendeel, ik zeg, we moeten bouwenhet prachtig feest
gebouw voor Pallas op den burchtheuvel moeten we hebben,
zelfs al zou de heele bondsschat er mee heen gaan." „Wat,"
zeggen de marktbezoekers, „jij bent een schraper in eigen
huis, je zoudt een komijnzaad in tweeën bijten om er dubbel
zoo lang over te doen en met de staatsgelden ben je zoo
vrijgevig?"
En hoort dan wat Pheidippides antwoordt: „Ja juist,"
zegt hij, „thuis loont het de moeite niet om vrijgevig te zijn
we zijn immers bijna nooit thuis. Dem Athanischen Bürger
gehort der Offentlichtkeit und die Offentlichtkeit Ihm, darum
ist immer mein Wahlspruch: Bescheiden am hauslichen Herd
aber groszmütig und freigebig für's Gemeinwesen, für's Alge-
meine. Womit ich mein eigenes Haus schmücke, dasz ergötzt
mich nur kurze Zeit und vielleicht schon mein Sohn und
Erbe verzettelt's. Was ich auf der Akropolis droben bauen
helfe, dasz wahrt und das vererb ich den spatesten Enkeln."
En zijn de woorden van den goeden Pheidippides nog niet
ten volle van toepassing op dezen tijd? Van zeer groote
beteekenis is het dus de belangstelling der ingezetenen te
wekken. Slaagt het gemeentebestuur daarin juist voor dat
gene, wat het in het belang dier ingezetenen doet, dan is
zeer zeker een groot deel dier idieëele taak vervuld en
schenkt bovendien van een en ander een des te grooter
voldoening.