952 22 DECEMBER 1925. heeren Keppler en Wibaut: „De gemeente en de volkshuisvesting." We lezen daarin op pag. 61 „Hier komen „we nu in het vraagstuk van het grondbeheer. Indien de „gemeente gronden gaat koopen, in het belang van de toe komstige stadsuitbreiding en ontwikkeling, hoe moet zij „dan die gronden beheeren En verder op blz. 62: „Indien door de gemeente, zooals „wenschelijk is, een afzonderlijke rekening wordt aangelegd „over haar grondbeheer of, zooals veelal gezegd wordt, een „grondbedrijf wordt ingesteld, mag dan die grondrekening „of dit grondbedrijf worden belast met het verschil tusschen „de leeningsrente over het voor den grondaankoop aange- „wende kapitaal en de opbrengst der gronden als landbouw gronden, hetgeen tot dusver hier het geval is geweest? „Door vele voorstanders van aankoop van grond door „de gemeente op ruime schaal, aankoop van alle grond, die „in de naaste toekomst binnen niet te enge grenzen voor „de gemeentelijke uitbreiding kan noodig zijn, wordt deze „vraag bevestigend beantwoord. Ter verdediging van de „stelling, dat op een grondrekening of in een grondbedrijf „zonder bezwaar of gevaar de rente over de aangewende „kapitaalsuitgaven verminderd met de landbouwopbrengst „der gronden gerust kan worden bijgeschreven en dat elk „jaar opnieuw over kapitaal en rente de rente kan worden „bijgevoegd, wordt gewezen op de alom waarneembare toene- „ming van de waarde van de gronden in de onmiddellijke nabij- „heid van zich uitbreidende gemeenten. Als voordeel van op „deze wijze gevoerd grondbeheer wordt dan aangegeven, dat „daarmede in elk geval wordt bereikt, dat de toeneming „van de waarde van de gronden nu niet meer ten goede „komt aan de particuliere eigenaars, maar aan de gemeente. „Voorts, dat uit talrijke voorbeelden blijkt, dat de toeneming „van de waarde van de gronden veel grooter is dan de „berekening van den koopprijs met bijvoeging van netto- „rente op rente zal aangeven, en dat dus het nageslacht de „grond, al wordt de prijs ervan door de renteberekening

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 952