956 22 DECEMBER 1925. de diverse werken, die eerlang zullen moeten worden uit gevoerd en daarom is het ook ten eenenmale onjuist, om nu reeds bij voorbaat te verklaren, dat de kosten dezer werken maar op de exploitatie van den Belcrumpolder hebben te drukken, alsof zij bovendien voor het overige deel van Breda van geen beteekenis zouden zijnHieruit blijkt alweer de onmogelijkheid om eene de waarheid nabijkomende exploitatie-begrooting samen te stellen. Deze zou niet anders kunnen zijn dan een slag in de lucht. Komt men echter tot een grondbedrijf, dan zal ieder jaar den Raad een begrooting alsmede een rekening worden overgelegd en zou bovendien de Raad meerdere zeggingsschap kunnen krijgen, doordien alsdan een Commissie van bijstand zou kunnen worden ingesteld. In deze richting gaande, zullen voorzeker vele gerecht vaardigde verlangens van ons geacht medelid, den heer Z ij 1 m a n s, bevrediging vinden. Over het erfpachtsstelsel zal ik, nu dit als afzonderlijk punt op deze agenda staat, niet in den breede uitweiden. Wel zou ik tevens willen zien opgericht een woningbedrijf, nu het aantal woningen in den laatsten tijd belangrijk is toegenomen. Dan zal men ook een veel beter inzicht kunnen krijgen in de exploitatie van dit gemeentelijk bezit. Een ander vraagstuk, dat zich in den laatsten tijd in bij zondere belangstelling mag verheugen, is de gemeentelijke bedrijfspolitiek in het algemeen. Dit punt is van zoo verba zend groot belang, dat ik zeker een ganschen avond noodig zou hebben, om het vele te zeggen, dat mij dienaangaande op het hart ligt, maar ik zal mij beperken. Niet alleen is thans de vraag aan de orde gesteld, of de daarvoor in aan merking komende bedrijven wel door de overheid moeten worden geëxploiteerd, maar ook, of het moet geschieden in den vorm eener N. V. of, zooals men nu weer het nieuwste noemt, als gemengd bedri;f. Mijnheer de Voorzitter, van den vorm eener N. V. h:b ik, na mijn ondervinding met de P. N. E. M. mijn buik geheel vol, en ook de gezochte

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 956