5 FEBRUARI 1925. 97 „Bij raadsbesluit van 22 November 1922 werd eene over- „eenkomst aangegaan met het bestuur van het St. Ignatius- „ziekenhuis voor de verpleging van behoeftige zieken in dat „gesticht, waarbij de verpleegprijs met ingang van 1 Januari „1923 werd bepaald op f 3.25 per dag. „Kort na de totstandkoming van deze overeenkomst be reikte den raad het hierbijgevoegd adres van het Bestuur „van het Diaconessenhuis, verzoekende voor de verpleging „van armlastige patiënten in dat gesticht eveneens voor eene „vergoeding van f 3.25 per verpleegdag in aanmerking te „komen. „In Uwe vergadering van 2 Mei 1923 werd door ons „voorgesteld den verpleegprijs te bepalen op f 2.50 per dag, „waarbij als overweging gold, dat in dezen verpleegprijs „niet zou zijn begrepen genees-, heel- en verloskundige hulp, „specialistische hulp, pathologisch en scheikundig onderzoek. „Dit voorstel werd toen aangehouden, ten einde alsnog „te overwegen in hoever er aanleiding zou kunnen bestaan „het tarief met 75 cent te verhoogen en op hetzelfde bedrag „te brengen als voor het St. Ignatius-ziekenhuis, indien het „Bestuur van het Diaconessenhuis op eigen kosten zou willen „voorzien in genees-, heel- en verloskundige hulp, specialis tische hulp, pathologisch en scheikundig onderzoek. „Na ingewonnen advies van de commissie van beheer van „het gemeente-ziekenhuis en de gemeente-apotheek meenden „wij, dat voor deze tariefsverhooging geen aanleiding bestond, „omdat van de 42 patiënten, die in de laatste 3 jaren in het „Diaconessenhuis verpleegd waren, slechts 2 patiënten voor „specialistische hulp (oogheelkundig) in aanmerking kwamen „en dit aantal geenszins eene algemeene tariefsverhooging „van 75 cent per patient wettigt. „In Uwe vergadering van 6 Juli 1923 maakte dit onderwerp „opnieuw een punt van bespreking uit, waarvan het resultaat „was, dat ons college zich zou wenden tot het bestuur van „het Diaconessenhuis met de vraag, of het zelf zou kunnen „voorzien in genees-, heel- en verloskundige hulp, specialis-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 97