23 DECEMBER 1925. 981 is komen loopen om bij ondergeschikten inlichtingen te weten te komen. De Directeur enz. (get.) DE KAT. Heden bedroeg de verkoop van cokes 542 H. L. Mijnheer de Voorzitter, Als lid der Gascommissie wensch ik in de eerste plaats nadrukkelijk te verklaren, dat ik aan het bewuste artikel in de Bredasche Courant van 30 Oct. j. 1. part noch deel heb gehad. Ik ben van 26 tot en met 31 Oct. doorloopend uit- stedig geweest en van het voorstel tot prijsverlaging van den Directeur van 28 Oct. heb ik dan ook in dat tijdsver loop geen kennis kunnen nemen. Hiermede vervalt de be schuldiging, voor zoover die tegen mij gericht kan zijn en ik vertrouw, dat mijne mede-commissie-leden, die op het voorstel gunstig blijken te hebben geadviseerd, hetzelfde kunnen verklaren. De toon van den brief van den Directeur zal ik hier niet nader kwaliflceerendeze brief spreekt in dat opzicht voor zichzelf. Dat daarin zonder eenig bewijs wordt beweerd, dat één of meer commissieleden mededeelingen aan een dag blad zouden hebben verstrekt, dat weer zonder eenig bewijs wordt aangenomen als zoude het bewuste couranten-artikel van nadeeligen invloed zijn geweest op den verkoop van cokes, en ten slotte het voorstel om de commissie buiten de zaken te houden, dit alles komt niet te pas. Veel meer te laken dan de houding van den Directeur is in deze evenwel het beleid van Burgemeester en Wet houders. Zij hadden den Directeur op zijn plaats behooren te zetten óf wel een onderzoek moeten instellen en in de eerste plaats de Gascommissie zelve hooren, indien hun een onder zoek althans gewenscht voorkwam. Den brief zonder meer ter kennis brengen van den Raad' waardoor de betrokken raadsleden nu ook tot openlijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 981