984 23 DECEMBER 1925.
De VOORZITTER is in tegenstelling met den heer ins
Z ij 1 m a n s van oordeel, dat het een juiste gedachte van die
Burgemeester en Wethouders is geweest den besproken brief gri
van den directeur der bedrijven bij de stukken te voegen me
ter kennisneming van de raadsleden. De opheldering, die on
daarvan werd verwacht, is gegeven. De heeren Zijlmans pu
en Haaiman hebben de gelegenheid gehad het hunne
ter zake te zeggen. De brief van den directeur doet denken
aan de zegswijze, dat elk vogeltje zingt zooals het gebekt te(
is; eenige zelfcontrole daarbij is zeer zeker gewenscht en Qp
wordt bij dezen brief, die wat scherp is, ongaarne gemist. ge
Men bedenke echter, dat een goede bedoeling er aan ten
grondslag ligt, n. 1. het bedrijf van schade te vrijwaren.
Gaarne wordt natuurlijk nota genomen van de verklaring jja
van den heer Z ij 1 m a n s, dat niet van zijn zijde de aan- aj|
gevochten mededeeling over de verwachte prijsdaling van jn
cokes is gekomen. Het Commissielid, de heer Haaiman,
komt er voor uit, dat die mededeeling van hem kwam; be
helaas voegt hij er aan toe, dat daarin zijns inziens niets
verkeerds lag en hij beroept er zich op, de mededeeling te
hebben gedaan vóórdat het „ofRcieele voorstel" van den
directeur in zijn bezit was.
De heer HAALMAN neemt het woord „officieel" terug.
De VOORZITTER neemt aan, dat de heer Haaiman
de mededeeling deed, vóórdat eenig voorstel hem bekend
was. Het effect was toch dat men allicht wachtte met cokes
te koopen. Raadsleden, en dan toch vooral Commissieleden
moeten zich inderdaad van dergelijke mededeelingen ont
houden. Het is niet te weerspreken, dat er geldelijk nadeel
voor het bedrijf gevolg van kan zijn. Wat voorts het spreken
met ondergeschikten betreft aan de fabriek, zulks buiten de
directie om, ook dit wordt door den heer Haaiman erkend.
Reeds werd jaren geleden van deze tafel den Raadsleden
verzocht, zooveel mogelijk belangstelling te hebben voor de