23 DECEMBER 1925. 987 „alhier, van de monumentenlijst af te voeren den gevel van „het pand aan de Groote Markt no. 59. „Adressant geeft hierin te kennen, dat hij indertijd niet „met de plaatsing van het pand op de monumentenlijst door „het Dagelijksch Bestuur in kennis is gesteld en dat door „deze plaatsing het oorspronkelijk plan om het kerkgebouw „geheel vrij te maken, niet zal kunnen worden uitgevoerd. „Naar aanleiding van dit adres wenschen wij U te doen „opmerken, dat de monumentenlijst is vastgesteld bij besluit „van ons college van 28 Januari 1924. Overeenkomstig art. „8 der verordening is hiervan aan de respectieve eigenaren „kennis gegeven, terwijl de lijst bovendien op de gemeente- „secretarie voor een ieder ter inzage is nedergelegd, waar- „van op de gebruikelijke wijze en door plaatsing in de locale „nieuwsbladen openbare aankondiging is geschied. „Van de bevoegdheid om tegen de plaatsing op de lijst „bij den gemeenteraad in beroep te komen, is indertijd geen „gebruik gemaakt. „Inmiddels is gebleken, dat het adresseerend College van „Kerkvoogden niet meer de beschikking heeft over het be srokken pand, wijl dit met andere reeds vroeger afgebroken „huisjes rond de kerk, is overgedragen aan de Restauratie- „commissie. „Ter informatie diene voorts, dat het in de bedoeling van „deze commissie ligt, in overleg met de Rijksmonumenten- „commissie het huisje in quaestie te herstellen en het aan „de omgeving te doen aanpassen. Dit plan, dat bereids door „de monumentencommissie en door ons is goedgekeurd, be- „rust op overwegingen van aesthetiek. „Wij stellen U voor, het adres in onze handen te stellen „ter afdoening." Zonder eenige bedenking wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 19. Vragen van het raadslid D. W. van Hattem,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 987