23 DECEMBER 1925. 989 eventueele kosten van verbetering dier wegen niet meer aan Princenhage zou behoeven te restitueeren nu het wetsontwerp tot grenswijziging is ingediend. Mocht dit evenwel toch het geval zijn, dan valt er immers nog over te praten met Princenhage, b. v. door overeen te komen, dat Princenhage geen restitutie zal eischen. Spr. is er in elk geval voor, dat Breda die wegen verbetert; men zou er een soort werk verschaffing van kunnen maken door de werkloozen eraan te zetten. De onverharde wegen kunnen worden afgestoken, opdat het regenwater niet in de huizen, maar den kant van het weiland op loopt; verder zou men kolengruis kunnen laten storten. Op deze weinig kostbare manier zouden ook de werkloozen geholpen zijn. De heer ZIJLMANS meent, dat de heer Van Hattem, in meer dan één opzicht gelijk heeft. De toestand van be doelde wegen is meer dan treurig. De gemeente Breda heeft die wegen indertijd van het Rijk overgenomen en voor het onderhoud ervan vergoeding gekregen. Spr. acht het een moreele verplichting van Breda om ze te verbeteren en te onderhouden ter wille van de menschen, die toch wonen aan een weg, welke aan de gemeente Breda behoort. De VOORZITTER merkt op, dat men in de buurt van het Wilhelminapark ook dergelijke onaangename toestanden aantreft. De heer VAN HATTEMAls die inderdaad zoo waren als de toestanden, waarvan ik zooeven sprak, dan zouden ze allang verbeterd zijn. De heer ZIJLMANS verklaart, ook altijd te hebben aan gedrongen op verbetering van de toestanden bij het Wilhel minapark. Spr. is van meening, dat dergelijke toestanden bestendigd worden om als argumenten voor annexatie dienst te doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 989