992 23 DECEMBER 1925. Princenhage in overleg te treden. Hij dient daartoe de volgende motie in „De Raad van oordeel, dat verbetering van Vestkant, „Oranjeboomstraat en Willemstraat zeer noodzakelijk is, „draagt het College op, in overleg te treden met Burge- „meester en Wethouders van Princenhage ten einde tot dit „doel te geraken, en binnen één maand van de resultaten „den Raad op de hoogte te stellen." De VOORZITTER: Het initiatief daartoe zal van Princenhage moeten uitgaan. De heer VAN HATTEM ontkent zulks. De heer PELSTER meent, dat in den tijd, dat hij wet houder is, geen verzoek als hiervóór bedoeld van Princen hage is ingekomen. De VOORZITTER: Als een dergelijk verzoek mocht komen, dan zal daaraan de vereischte aandacht worden gewijd. De heer ZIJLMANS zou Burgemeester en Wethouders toch willen uitnoodigen, na te gaan, of er werkelijk geen desbetreffend verzoek van Princenhage ingekomen is. De VOORZITTER herinnert zich, hier vóór de vraag gesteld, niet zoodanig verzoek. Het zal nagegaan worden. De heer MEIJVIS vraagt, of niet op eenvoudige wijze, b. v. door het storten van kolengruis, de hoogstnoodige verbetering in den toestand aan den Vestkant kan worden gebracht. De heer VAN HATTEM heeft er geen bezwaar tegen om de bewoners van den Vestkant te bewegen tot het in-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 992