23 DECEMBER 1925. 993 dienen van een verzoek aan het gemeentebestuur van Princenhage, maar vreest, dat op die manier geruimen tijd zal verstrijken eer tot verbetering kan worden overgegaan. Een directe verbetering is echter hoogst noodzakelijk. Spr. ondersteunt dan ook het verzoek van den heer M e ij v i s. Hij verzoekt dienaangaande een toezegging van het College, dan zal hij zijn motie terugnemen. De heer PELSTER verklaart, de zaak zoo spoedig mo gelijk met den Directeur van Openbare Werken te zullen bespreken. De heer VAN HATTEM trekt daarop zijn motie in. Hiermede zijn de besprekingen omtrent deze aan gelegenheid geëindigd. 20. Motie, aangenomen in een vergadering van het Ne- derlandsch Verbond van Vakvereenigingen met de bestuur dersbonden en afdeelingen van moderne vakbonden in Noord- Brabant, betreffende het niet doen aanplakken van een propagandaplaat (aangehouden in een vorige vergadering). De heer VAN HATTEM verklaart, dat deze zaak in middels is afgedaan; de motie is ingediend vóórdat de toe stemming tot het aanplakken werd gegeven. Spr. twijfelt in deze niet aan de goede trouw van den Burgemeester. De VOORZITTER: U behoeft er de goede trouw van den Burgemeester niet in te betrekken; deze staat boven verdenking. Hiermede zijn de besprekingen over deze zaak geëindigd. 21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 993