23 DECEMBER 1925. 995 „Naar den maatstaf van verdeeling, zooals die voorkomt „in de memorie van toelichting op de begrooting voor 1925, „zou moeten worden bijgedragen als volgt a. ELECTRICITEITS- 3.5 'BEDRIJF b. GASFABRIEK c. WATERLEIDING d. TRAMBEDRIJF 124 29.3 124 3.5 124 4.1 124 X f 180.000—f 5080.07 X f180.000— - 42527.48 X f 180.000— - 5080.07 X f180.000— f 5950.946, waarvan in verband met het ont slag van het personeel met ingang van 1 Maart 1925 l/e e. WAREN- 6 991.82 KEURINGSDIENST 124 X f 180.000— - 8708.70 VLEESCH- 3 KEURINGSDIENST 124 X f180.000. 4354.83 9' nïSSJ-EENE het resteerende ad -113257.03 DlC/Nol Totaal f180000— „Bij de vaststelling der gemeente-begrooting voor 1925 „is door Uwen Raad tevens besloten over te gaan tot op heffing en liquidatie van het Gemeentelijk Pensioenfonds. „De opbrengst der bezittingen wordt geraamd op f 35.323.75. „Deze opbrengst behoort naar onze meening in mindering „te komen van de bijdrage door den Algemeenen Dienst, „omdat genoemd kapitaal destijds geformeerd is uit bijdragen „van de ambtenaren tot dien dienst behoorende en de be drijven daaraan zoo goed als niet hebben medegewerkt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 995