5 FEBRUARI 1925. 99 zaak heeft afgedaan. Spr. is echter niet voldaan over dit voorstel, aangezien daarin niet in overweging wordt gegeven, voor het Diaconessenhuis hetzelfde tarief te bepalen als voor het Sint Ignatius-ziekenhuis geldt, doch hij zal zich, gezien de toelichting, bij het voorstel neerleggen. De heer ZIJLMANS betuigt zijn tevredenheid over deze regeling, welke tot stand is gekomen, nu de oude rem is weggenomen. Spr. wijst er nog op, dat beide ziekeninrich- tingen gelijkwaardig zijn en dat het bestuur van het Diaco nessenhuis met de voorgestelde regeling accoord gaat. De heer SPEYART VAN WOERDEN wenscht een opmerking te maken over een concept-contract, hetwelk hij bij de stukken heeft aangetroffen. De VOORZITTER: Het is niet de bedoeling, thans een officieel contract met het Diaconessenhuis te sluitendat is van later zorg. Het betreft hier alleen een wijziging van de overeenkomst in zake den verpleegprijs. De heer SPEYART VAN WOERDEN zal die opmer king dan niet maken, doch hij zou gaarne vernemen, waarom Burgemeester en Wethouders aanleiding hebben gevonden, voor te stellen om de verhooging van den verpleegprijs van terugwerkende kracht te doen zijn tot 1 Januari 1923. De heer MOLL antwoordt, dat Burgemeester en Wet houders het redelijk achtten, dat hetzelfde tarief, dat met ingang van 1 Januari 1923 voor de verpleging van armlas tige zieken in het Sint Ignatius-ziekenhuis was bepaald, vanaf dienzelfden datum ook zou gelden voor het Diaconessenhuis en wel omdat dit toen reeds aan de gestelde eischen voldeed een en ander echter met dien verstande, dat, aangezien de gewone genees-, heel- en verloskundige hulp door de gemeente-geneesheeren en -verloskundigen geschiedde het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 99