100
16 MAART 1926.
den grond gevraagd mag worden. Voor U ontbreekt eene
basis voor de onderhandeling, voor ons die voor eene
beslissing over Uw voorstellen. Op deze wijze voortgaande,
zal het ongetwijfeld voorkomen, dat de Raad ten slotte aan
voorstellen tot grondverkoop zijne goedkeuring hecht alleen
geleid door de gedachte, dat de verkoop geregeld zijn gang
moet gaan en dus zonder de geldelijke gevolgen te overzien.
Ik dring er daarom bij Burgemeester en Wethouders op
aan hun beleid in dezen te herzien en aan den Raad alsnog
eene ontwerpexploitatie-begrooting ter goedkeuring voor te
leggen.
Laten Burgemeester en Wethouders eenselders informee-
ren, hoe daar de verkoop door het grondbedrijf is ingericht.
De heer MEYVIS dringt er op aan, deze werken in eigen
beheer uit te voeren. Is zulks niet mogelijk, dan verzoekt
Spr. in de bestekken rekening te houden met de tewerk
stelling van werkloozen.
De VOORZITTER zegt, dat zal worden nagegaan, hoe
deze werken op de meest economische manier kunnen wor
den uitgevoerd. Aan de opmerking van den heer Me ij vis
zal aandacht worden geschonken, tenminste, als er nog
werkloozen zijn,
Zonder verdere opmerkingen wordt besloten,
voor het bovenomschreven doel een crediet van
f 215,000,— te verleenen.
De VOORZITTER verzoekt de commissie, belast met
het onderzoek der gemeente-rekening over 1924, met den
meest mogelijken nadruk ten spoedigste advies uit te brengen.
De heer VAN WERKHOOVEN deelt namens die com
missie mede, dat zij voornemens is om hedenavond de
laatste hand aan het onderzoek van genoemde rekening te
leggen. Door een samenloop van omstandigheden is zij niet