23 APRIL 1926. 115 dat, wanneer binnen zes maanden na de dag- teekening van dit besluit, van de verleende ontheffingen geen gebruik is gemaakt, deze geacht worden niet te zijn verleend en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van een dezer voorwaarden, de verleende uitzon dering vervalt. 9. Adres van J. B o o s t e n, daarbij vrijstelling verzoe kende van de voorwaarde sub b, waaronder hem bij raads besluit van 22 Mei 1925 ontheffing is verleend van art. 15 der Bouwverordening, en zulks ten behoeve van het alsnog bijbouwen van een meelbergplaatsje en een afdakje op het open terrein van het perceel aan de Kerkstraat No. 11. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezondheids commissie en den Adjunct-directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wethouders om de gevraagde vrijstelling te verleenen. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten aan adressant de ge vraagde vrijstelling te verleenen onder de volgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel. b. dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht c. dat het bergplaatsje en afdakje niet van bestemming veranderen en nimmer geheel of gedeeltelijk als woning worden ingericht of gebruikt d. dat ter voldoening aan art. 5 der Woningwet de vereischte teekeningen, ingericht volgens art. 105 der Bouwverordening, aan Burge meester en Wethouder ter goedkeuring worden aangeboden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 115