23 APRIL 1926. 123 Korte Gampelstraat Nos. 10, 12 en 14, Fellenoordstraat Nos. 8, 10, 12, 18, 28, 22, 24 en 33, Bleekstraat Nos. 4, 6, 8, 22 en 24 en Akkerstraat Nos. 20, 22 en 24. De VOORZITTER deelt mede, dat de woningen Korte Gampelstraat Nos 10, 12 en 14 uit het voorstel moeten woeden gelicht, in verband met mededeelingen, welke het Bouw- en Woningtoezicht tot voor zeer korten tijd onbe kend waren. De heer KROONE vraagt, of deze onbewoonbaarver klaring wel iets meer is dan een formaliteit, daar de wo ningnood hier ter stede van dien aard is, dat de onbewoon baar verklaarde woningen toch nog niet ontruimd kunnen worden. De VOORZITTER zegt, dat de onbewoonbaarverklarin gen gedurende eenigen tijd stop hebben gestaan. Er is toen echter een algemeene aanschrijving uit Den Haag gekomen strekkende om ermede voort te gaan. Daaraan moet zooveel doenlijk gevolg worden gegeven. Spr. geeft toe, dat er gevallen zijn, waarin men eenigszins coulant moet zijn. De heer MEIJVIS vraagt, of het niet mogelijk is den Raad mededeeling te doen van het aantal onbewoonbaar verklaarde woningen, welke nog bewoond zijn en wel door hoeveel gezinnen. De VOORZITTER zegt, dat die opgaven den Raad verstrekt kunnen worden. Vervolgens deelt Spr. mede, dat toevallig dezen morgen bij het College is ingekomen het woningoverzicht over de laatste maanden, waaruit blijkt, dat de moeilijkheden nog toegenomen zijn. De heer KROONE verklaart met zijn zooeven gedane vraag te hebben willen laten uitkomen, dat grenswijziging

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 123