142 23 APRIL 1926. „De hierbedoelde voorwaarde sub. c luidt; ,,dat, met afwijking van de ingezonden teekening, het ach- „terste gedeelte van de garage, grenzende aan de belendende „woning Frederikstraat no. 14, niet overbouwd worde over „een diepte van 5 Meter". „Zooals uit een ingesteld onderzoek is gebleken en zooals „adressant trouwens in zijn verzoek toegeeft, is de serre „gebouwd zonder dat daartoe vooraf eene bouwvergunning „was aangevraagd en verkregen en evenmin eene vrijstelling „van de voorwaarde, waaronder indertijd ontheffing is „verleend van art. 14 der toenmalige Bouwverordening. „Nu deze feiten vaststaan, wenschen wij de aandacht van „Uwen Raad er op te vestigen, dat bij het verleenen der „hierbedoelde ontheffing is bepaald, dat bij niet-vervulling ,,van een dezer voorwaarden (waaronder ook de voorwaarde „sub. c.), de verleende vergunning vervalt". „De ontheffing, verleend bij raadsbesluit van 30 Decem- „ber 1915, is derhalve wegens niet-naleving van een der „voorwaarden, van rechtswege komen te vervallen. „Wij hebben de eer U mitsdien voor te stellen aan „adressant hiervan mededeeling te doen en hem mede te „deelen, dat op grond hiervan zijn verzoek niet voor be schikking vatbaar is' „De op deze zaak betrekking hebbende stukken en inge- „wonnen adviezen worden hierbij overgelegd". De heer KOOPERBERG vindt, dat de Bouwpolitie in dit geval wel zeer streng is opgetreden. De bewuste serre is heel klein. Men heeft wel gezondigd, maar Spr. zou in dit geval clementie willen gebruiken. De heer ZIJLMANS geeft ook toe, dat er tegen de voorschriften gezondigd is, doch niemand is daardoor eenige schade of hinder berokkend. De Gezondheidscommissie heeft dan ook geen bezwaar, adressants verzoek in te willigen. Ook Spr, zou in deze niet zoo streng willen optreden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 142