148 23 APRIL 1926. ,,en Stationsplein, die dan geen asphalt-blocs of betere soort „keien zouden krijgen. „De kosten daarvan zullen blijkens dat rapport f 78200, „bedragen. Vergelijken wij dit bedrag met de kosten van „het door U verworpen plan, n.l. asphalt-blocs in Willem- „straat en op Stationsplein, met gebruikmaking der uitko- „mende keien voor de Fellenoordstraat en een gedeelte van „den Nijverheidssingel, waarvoor een crediet van f61600, .noodig was, dan blijkt, dat dit laatste plan ruim f 16000, „minder zou kosten dan het door Uwen Raad gewenschte. „Het verworpen plan achten wij nog steeds het meest „aanbevelenswaardig. Vooral ook omdat daarbij niet ge broken wordt met het tot heden bij bestrating hier toe gepaste systeem, om keibestrating in de buitenwijken te „doen met oude keien van straten in de binnenstad, die dan „met nieuw materiaal worden bestraat. Ook na hetbespro- „kene in Uwe vergadering van 5 Februari j.l. blijven „wij van meening, dat dit systeem behoort te worden ge handhaafd. Wanneer nu evenwel de geheele bestrating „van den Nijverheidssingel en de Fellenoordstraat gewenscht „wordt, dan zou dit naar onze meening met toepassing van „gemeld beginsel tot stand kunnen worden gebracht door „een oppervlakte van 2240 M2 van de Nieuwe Ginneken- „straat van nieuwe keien te voorzien en de uitkomende keien „voor Nijverheidssingel of Fellenoordstraat te gebruiken. „Indien ons plan, dat door Uwen Raad werd verworpen, „hiermede wordt uitgebreid, zullen de kosten met ongeveer „f 25000,— stijgen, en derhalve rond f 86600,bedragen, „of plm. f 8000,— meer dan het door U gewenschte plan „ad f 78200,hierboven nader omschreven. „Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer, U „voor te stellen te besluiten tot verharding van Stati onsplein en Willemstraat met asphaltblocs overeenkomstig „ons voorstel van 25 Januari 1926, tot uitbreiding der nieu- „we bestrating van de Nieuwe Ginnekenstraat met 2240 M2 „en tot geheele bestrating van Nijverheidssingel en Felle-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 148