23 APRIL 1926. 151 Nijverheidssingel geheel met nieuwe keien te bestraten en de bestrating van het Stationsplein en de Willemstraat daar te laten liggen en te herstellen, omdat ze daar alleszins voldoende is. Het tegendeel is nooit aangetoond en ook niet aan te toonen. Ik doe dan ook het voorstel om de Fellenoordstraat en den Nijverheidssingel geheel van nieuwe keien te voorzien en het Stationsplein en de Willemstraat te verstraten en daarvoor een crediet te verleenen van f 78.200,—, conform de begrootingen van Burgemeester en Wethouders. De heer CERUTTI is het met den heer Z ij 1 m a n s eens, dat een asphalt-bestrating eerder thuis behoort in de smalle straten van de binnenstad dan op het Stationsplein en in de Willemstraat. Spr. heeft vernomen, dat het in de bedoeling ligt, binnenkort het rijverkeer, komende uit de Ginnekenstraat, langs de Halstraat te leiden. Hij geeft in verband hiermede in overweging om ook daar nieuwe keien te leggen en de uitkomende te gebruiken voor den Nijver heidssingel en de Fellenoordstraat. Spr. vindt het n.l. een zeer gezond principe, de binnenstad van nieuwe, betere keien te voorzien en de wegen in de buitenwijken met de uitkomende keien te bestraten. De heer KROONE heeft de vorige maal voor het voor stel- Zijlmans gestemd. Spr. heeft dit gedaan, omdat de kostenberekening daarvan aanmerkelijk verschilde met die van het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Nu echter dit verschil niet zoo groot blijkt te zijn, zal hij met het nieuwe voorstel van Burgemeester en Wethouders mee gaan. Spr. is het met den heer C e r u 11 i eens, dat het een gezond principe is, de keien in de binnenstad door nieuwe te vervangen en die oude keien te gebruiken voor bestratings- werken in de buitenwijken. Ook de heer MEIJVIS heeft in de vorige vergadering tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders gestemd,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 151