152 23 APRIL 1926. ondanks het feit, dat hij zich in December 1923 voor as- lem phalteering van Stationsplein en Willemstraat had verklaard, te 1 omdat de kostenberekening van dat voorstel zoo veel hoo- daa ger was dan de vroegere raming, maar meer nog omdat de slot Nijverheidssingel en tie Fellenoordstraat niet geheel bestraat niei zouden worden. Nu dit volgens het nieuwe voorstel van 1 var Burgemeester en Wethouders wel zal gebeuren, komt de spr zaak eenigszins anders te staan. Alleen zou Spr. nog willen zek vragen, hoe het staat met de technische bezwaren, welke val' de heer Speyart van Woerden de vorige maal op tegen een bestrating met asphalt-blocs heeft ontwikkeld. var en De heer PELSTER: Die bezwaren betroffen een topeca- bet bestrating. dar kos De heer MEIJVIS zou toch in overweging willen geven, ,ee de diverse leidingen zooveel mogelijk in de trottoirs te leggen. str; De heer HORNIX vraagt, of uit het feit, dat Burgemeester j en Wethouders nu wederom komen met een voorstel tot j asphalteering van Stationsplein en Willemstraat, soms mag worden afgeleid, dat de asphalt-blocs al gekocht zijn, even- 20 als de buizen in den Wilhelminasingel, welke al gelegd zijn, vóórdat de Raad daaromtrent een beslissing heeft genomen. Spr. vindt het de beste en de goedkoopste oplossing, het raadsbesluit van 11 December 1923 maar weder in eere te zot herstellener wordt dan aan veler wenschen tegemoet no gekomen. Hij geeft dit dan ook ernstig in overweging. tot Sp De heer SPEYART VAN WOERDEN merkt op, dat ov, er eigenlijk drie voorstellen van Burgemeester en Wethouders mc zijn, welke bij uitvoering resp. f 86000, f 55000 en f 78000 bei zullen kosten, Spr. wacht af, welk van die voorstellen naar bir voren zal worden gebracht. Hij blijft zich op het standpunt stellen een standpunt, dat trouwens door de meerderheid van den Raad in de vorige vergadering werd gedeeld rin dat het aanbrengen van een nieuwe bestrating in de Wil- hij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 152