154
23 APRIL 1926.
mag, dat de Nijverheidssingel en de Fellenoordstraat be
straat zullen worden. Spr. heeft altijd in de meening verkeerd,
dat die beide wegen bestraat zouden worden tot daar waar
menschen woonden, toen nu in de vorige vergadering bleek,
dat dit niet in de bedoeling lag, heeft hij tegen het voorstel
van Burgemeester en Wethouders gestemd.
Wat de asphalteering van Willemstraat en Stationsplein
betreftdaarmede kan Spr. zich vereenigen nu zijn vurigste
wensch vervuld zal worden. Ook is hij het eens met het
principede oude keien naar de buitenwijken en nieuwe
keien in de binnenstad.
De heer PELSTER moet eerst terugkomen op hetgeen
in de vergadering van 5 Februari 1926 is geschied. De
Raad is toen blijkbaar met een revolutionnairen geest be
zield geweest.
Zijn eerste revolutionnaire daad was toen de intrekking
van het raadsbesluit van 11 December 1923 tot het ver
harden van het Stationsplein en de Willemstraat met com-
primed asphalt-blocs op beton onderlaag, en het gebruiken
van de uitkomende keien voor verbetering der bestratingen
van de Fellenoordstraat en den Nijverheidssingel. Dit be
sluit werd genomen zonder hoofdelijke stemming en zelfs
zonder dat iemand aanteekening vroeg, tegen het voorstel
te zijn. Vóór de intrekking stemden op 5 Februari 1926
zeven der leden, die op 11 December 1923 aan het nemen
van het besluit medewerkten. Eén van deze zeven leden
was op 11 December 1923 de meest overtuigde verdediger
van het voorstel.
De tweede revolutionnaire daad was het verloochenen
van het besluit, genomen bij de behandeling der begrooting
voor 1923 op 30 December 1922. De Raad besloot toen,
dat het Stationsplein en de Willemstraat een nieuwe kei
bestrating zouden krijgen. Dit besluit werd vervangen door
het besluit van 11 December 1923 om het Stationsplein en
de Willemstraat niet met nieuwe keien doch met asphalt-