23 APRIL 1926. 161 Zonder verdere opmerkingen wordt alsnu conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 36. Voorstel van Burgemeester en Wethouders in zake herstel en uitbreiding der werken voor drinkwatervoor ziening, luidende als volgt „Wij hebben de eer U hierbij te doen toekomen onze „voorstellen tot het verbeteren en uitbreiden van de Ge meente-Waterleidingsinrichtingen. „Ter inleiding zij het volgende opgemerkt. „Wij ontvingen van den Directeur der Lichtbedrijven en „Waterleiding een rapport d.d. 15 Februari 1924, waarin „voorstellen werden gedaan ter verbetering van de water leiding. „De voorstellen betroffen o m. de ontijzeringsinrichting, „en wijl vergrooting van de reinwaterberging en van de „filters ook noodig was, werd door den Directeur voorge steld drie filters en een reinwaterkelder bij te bouwen. „Na de inbedrijfstelling hiervan zouden dan de oude „reinwaterkelder en filters tijdelijk buiten gebruik gesteld „kunnen worden om grondig te worden gerepareerd. Daarna „zouden de oude en nieuwe inrichtingen te zamen in bedrijf „kunnen worden gesteld, waardoor de capaciteit wederom „voor tal van jaren (waarschijnlijk 20 jaar) voldoende „zou zijn. Op latere uitbreiding was ook nog gerekend, „zoodat de capaciteit groot genoeg gemaakt kon worden „voor een periode van 30 jaar. „De kosten van de door de Directie voorgestelde werken „nieuwe ontijzeringsinrichting, nieuwe filters, nieuwe rein- „waterkelder, de noodige buisleidingen daarvoor en het her stel van den ouden reinwaterkelder en filters waren geraamd „op f 65,000,—. „De voorstellen werden naar de Commissie voor de Be drijven gezonden en na korten tijd berichtte deze Com- „missie ons, dat zij zich daarmede vereenigen kon.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 161