168 23 APRIL 1926 «prise d'eau betreft meenen wij, dat deze onder de gegeven „omstandigheden het best opgedragen kunnen worden aan „het Rijksbureau, dat op dit gebied over de meest gerouti- „neerde werkkrachten beschikt, volkomen geoutilleerd is en „reeds meerdere waterleidingwerken totstandbracht. Het „Bureau zal ten deze aanhoudend overleg plegen met onze „directie. De Directeur van dit Bureau is van meening, dat „bij sneller beslissing de mogelijkheid bestaat, dat in het „voorjaar van 1928 de nieuwe inrichtingen geheel gereed „en in bedrijf kunnen zijnonze Directie van de Licht- „bedrijven en Waterleiding, die aanvankelijk de werken „zelf had willen uitvoeren, heeft het grootste deel van den „beschikbaren tijd aan het gasbedrijf te wijden, waarom „voor het voorbereiden en uitvoeren van de waterleiding- werken in eigen beheer ten minste vier jaar noodig zou „zijn. „Het schoonmaken van de 7000 M. lange persleiding zal „door de Directie der Bedrijven worden uitgevoerd, even- Mals het leggen van het 1100 M. lange nieuwe gedeelte. „Wat de rentabiliteit betreft zij nog opgemerkt, dat de „resultaten in de toekomst te verkrijgen gunstiger zullen „uitvallen dan het Rijksbureau in Bijlage XV becijfert, „hoofdzakelijk omdat verzuimd is in de ontvangsten op te „nemen een bedrag van f 5000,per jaar wegens huur „van watermeters in de buitengemeenten. „De kans, dat de waterprijs te Breda verhoogd zal moe- „ten worden, mag uitgesloten worden geacht. Integendeel „is te verwachten, dat niet lang na de verbouwing bij gelijk „tarief telken jare stijgende winsten zullen zijn te boeken. „Met vertrouwen zien wij dan ook de resultaten van „onze waterleiding in de toekomst tegemoet". De VOORZITTER wenscht, alvorens het debat over deze aangelegenheid te openen, even in te gaan op de zoo even door den heer H o r n i x gemaakte opmerking, dat de buizen in den Wilhelminasingel reeds gelegd zijn. Spr. wijst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 168