b. dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht d. dat ter voldoening aan art. 5 der Woningwet de vereischte teekeningen, ingericht volgens art. 105 der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wethouders ter goedkeuring worden aan geboden 196 23 APRIL 1926. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezondheids commissie en den Adjunct-directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wethouders om de gevraagde uitzondering toe te staan. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten adressant de gevraagde ontheffing te verleenen onder de volgende voor waarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel c. dat de garage en overkapping niet van be stemming verandere en nimmer geheel of ge deeltelijk als woning worde ingericht of gebruikt e. dat, wanneer binnen drie maanden na de dag- teekening van dit besluit van de verleende ont heffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend; en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van een dezer voorwaarden de verleende uitzondering vervalt. 45. Adres van P. A. P a u 1 u s s e n, daarbij ontheffing verzoekende van art. 15 der Bouwverordening, ten behoeve van den bouw van een magazijn of pakhuis op een stuk grond, onmiddellijk gelegen achter het perceel aan de Akker straat no. 29. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond heidscommissie en den Adjunct-directeur van Openbare Wer-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 196