17 MEI 1926. 219 „het antwoord daarop van ons college, waarin werd te „kennen gegeven, dat aan de subsidieering der vereenigingen ,,tot bestrijding der tuberculose aandacht zou worden ge schonken, als ter zake betreffende adressen in behandeling „worden genomen. „Nu zoodanige adressen van hier ter stede gevestigde „vereenigingen ons hebben bereikt en deze vereenigingen „op het terrein van tuberculosebestrijding nuttig werk ver dichten, hebben wij de eer U voor testellen.de gemeente- begrooting voor het dienstjaar 1926 aan te vullen met „een post van f 500.— voor tuberculosebestrijding en voorts „ons te machtigen hiervan f 300.uit te keeren aan de „Vereeniging „Het Groene Kruis" en f 200.aan de Ver- „eeniging „Herwonnen Levenskracht" onder nader door „ons college te stellen voorwaarden". Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wijziging der gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1926. De heer COHEN vraagt, naar aanleiding van het feit, dat in het ontwerp-wijzigingsbesluit een post voorkomt van f 10, zijnde de opbrengst van boeten, opgelegd aan politie-personeel, of aan het politie-personeel boeten kunnen worden opgelegd, De VOORZITTER vindt dit een overbodige vraag. De post wijst immers uit, dat er boeten worden opgelegd. Het is trouwens een hoogst kalme strafoplegging. De heer COHEN Maar het staat toch niet in de in structie der agenten. De heer SCHRAUWEN heeft er bezwaar tegen, dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 219