220 17 MEI 1926. boeten, aan het personeel opgelegd, ten bate van de ge meentekas komen. Spr. zou willen, dat zij voor het een of ander liefdadig doel werden aangewend. De VOORZITTER Dan moet u daartoe een voorstel doen, dat zijn bezwaren heeft. De heer COHEN vindt inhouding van loon uit den booze, omdat niet alleen de persoon in kwestie, maar ook diens huisgezin ermede gedupeerd wordt. Spr. vindt dan ook het opleggen van strafdienst of inhouding van verlofdagen betere strafmaatregelen. De VOORZITTER zegt, dat een en ander bij strafop legging wordt nagegaan. Zonder verdere opmerkingen wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot toe kenning van een crediet ad f 14 000 voor ophooging der lage terreinen langs den Loopschans. De heer PELSTER kan zich met dit voorstel van Bur gemeester en Wethouders niet vereenigen. Spr. geeft toe, dat het beoogt een nuttige verbetering tot stand te brengen, maar de grootte der uitgaaf staat niet in verhouding tot hetgeen bereikt zal worden de onaangename lucht en de muggenplaag, waarvan het nabijgelegen ziekenhuis zooveel last ondervindt, zullen niet verdwijnen, want behalve de te dempen sloot is er nog een andere en ook blijven er nog genoeg poelen in de buurt bestaan. Bovendien zullen de opgehoogde terreinen toch nog niet voor woningbouw kun nen worden gebruikt, daar zij slechts watervrij worden ge maakt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 220