17 MEI 1926 235 De heer HORNIX merkt op, dat z.i. te veel over het hoofd wordt gezien, dat vermindering van den electriciteits- prijs nog geen vermindering van winst behoeft te beteekenen. De VOORZITTER Het beteekent anders heel wat om een vermindering aan ontvangsten van f 50.000 in te halen, gevolg van een prijsverlaging van de electriciteit met 5 ets. De heer KROONE is het niet eens met degenen, die in plaats van factor-verlaging vermindering van den electrici- teitsprijs voorstaan. Gasprijsverlaging zou dan nog billijker zijn, want daarvan zouden de kleine luiden profiteeren. Spr. acht echter belastingverlaging het beste. De heer APPELBOOM heeft met belangstelling, maar ook met ontsteltenis kennisgenomen van de nota van Bur gemeester en Wethouders. Met ontsteltenis, omdat daarin staat vermeld, dat het dienstjaar 1925 door verschillende omstandigheden zal sluiten met een aanzienlijk nadeelig slot, hetgeen tengevolge zal hebben, dat aan belasting naar het inkomen over het belastingjaar 1927/1928 1 ton meer noodig zal zijn dan over 1926/1927. Wat zijn nu die omstandig heden, welke dat nadeelig slot veroorzaken? Spr, heeft ver nomen, dat zij voornamelijk bestaan in het uitkeeren der bijdragen in het tekort op de exploitatie aan bouwvereeni- gingen. Aangezien die bijdragen over verscheidene jaren loopen, vraagt Spr., of men die uitgaaf ook niet over ver scheidene jaren zou kunnen verdeelen, in plaats van haar op één dienstjaar ineens te verantwoorden. Voorts zegt Spr., dat de berekeningen van Burgemeester en Wethouders te pessimistisch zijn. Zoo moet men bij de raming van het bedrag aan kwade posten niet hooger gaan dan de schatting van den inspecteur der directe belastingen, omdat die schat ting altijd al pessimistisch is. 'Bovendien houden Burgemees ter en Wethouders geen rekening met de toename van het belastbaar inkomen zij rekenen n.l. het belastbaar inkomen in 1927/1928 gelijk aan dat in 1926 1927, zonder in aan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 235