17 MEI 1926.
241
mogelijk is zonder dat tot vermindering van uitgaven behoeft
te worden overgegaan. Ook de verdediging van den heer
Cohen, die vreest, dat bij den factor 0,8 de verwezenlijking
van den socialen heilstaat in het gedrang zal komen, noemt
Spr. ongelukkig.
Wat het betoog van den heer P e 1 s t e r aangaatSpr.
neemt aan, dat het ondoenlijk is de door hem in eerste in
stantie genoemde cijfers ineens te verwerken, maar desniet
temin heeft de heer P e 1 s t e r beweerd, dat vaststelling van
den factor op 0,7 niet mogelijk is. Spr. rekent den heer
P e 1 s t e r nogmaals voor, dat dit wél mogelijk is hij heeft
echter niet voorgesteld om den factor op 0.7 te bepalen.
Voorts is de verdediging van den heer Pel ster gebaseerd
op het dienstjaar 1927/1928. Men moet evenwel de hoofd
zaak niet uit het oog verliezen, n.l. dat het hier gaat om de
vaststelling van den factor voor het dienstjaar 1926/1927.
En, als de heer P e 1 s t e r nu zelf erkent, dat die factor
desnoods op 0,75 zou kunnen worden gesteld, dan kan deze
zeker wel op 0,8 worden bepaald. Spr. heeft zooeven al
toegegeven, dat men daarbij ook rekening heeft te houden
met andere dienstjaren, maar de daaruit voortvloeiende
overwegingen mogen niet zóó overheerschend zijn. Trouwens
de heer P e 1 s t e r is al niet meer zoo pessimistisch gestemd
als in zijn nota, want hij heeft zooeven verklaard, dat de
vermenigvuldigingsfactor voor 1927/1928 ook wel minder
kan zijn dan 0,85. Was daarvoor geen grond aanwezig, dan
zou de heer P e 1 s t e r die opmerking hoogstwaarschijnlijk
niet gemaakt hebben, aangezien zij dan geen waarde had.
De heer VAN WERKHOOVEN zegt, dat de verdedi
ging van den heer Cohen niet ongelukkig is geweest. Spr. en
zijn fractiegenooten meenen, dat 0,8 het uiterste is, waartoe
men kan gaan. Zij achten het beter als er altijd nog eenige
reserve blijft. De heer Cohen is niet bevreesd, dat de
verwezenlijking van den socialen heilstaat in het gedrang
zal komen, maar dat, wanneer men tot het uiterste gaat, er
geen gelden voor sociale doeleinden beschikbaar zullen zijn.