246 17 MEI 1926. werkliedenvereenigingen. Hij herinnert in dit verband aan de subsidie-aanvraag van de „Co-opera-tie", ten einde het mys teriespel „Beatrijs" in Breda te kunnen opvoeren, welk ver zoek in de vergadering van 25 Augustus 1925 is gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. Dit prae-advies moet evenwel altijd nog komen. De Voorzitter heeft medegedeeld, dat Burgemeester en Wethouders zich in verbinding hebben gesteld met een twee tal vereenigingen, waarvan „Katholiek Leven" zich bereid heeft verklaard de voorstelling te doen geven. Wie is echter die andere vereeniging De VOORZITTER Daaromtrent kan geen mededeeling worden gedaan het is een onderhandsche bespreking geweest. De heer COHEN kan met het antwoord op zijn 1ste en 2de vraag accoord gaan, maar niet met dat op zijn volgende vragen. Als het College voor een zeker aantal plaatsen garant blijft, dan kan het toch zeker de bedoeling niet zijn, dat de R. K. Werkliedenvereenigingen, welke 1100 leden tellen, 158 kaarten ontvangen, de Christelijke bonden met hoogstens 130 leden, 23 kaarten en de Bredasche Bestuur- dersbond met 750 leden slechts 40 kaarten! Dezé laatste had toch zeker in verhouding tot de andere vereenigingen min stens 100 kaarten moeten hebben. Burgemeester en Wet houders hebben de verdeeling der goedkoope plaatsbewijzen geheel overgelaten aan de Vereeniging „Katholiek Leven" daarin schuilt de oorzaak van deze onbillijke verdeeling. Het had evenwel de taak van Burgemeester en Wethouders ge weest om, als zij garant blijven, toe te zien op de verdeeling der goedkoope plaatskaarten en een regeling daarvoor te treffen. Nu was de zaal slechts voor 2/3 bezet, terwijl er een paar honderd aanvragers van goedkoope plaatskaarten waren afgewezen. Er is hier gemeten met twee maten, De VOORZITTER zegt, dat, als de Bredasche Bestuur- dersbond wat meer actief was geweest, hij dan meer kaarten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 246