25 JUNI 1926. 261 8. Schrijven van het College van Regenten van het Oude- Mannenhuis, daarbij ter goedkeuring aanbiedende de rekening van ontvangsten en uitgaven van dat gesticht over 1925, vergezeld van de daarbij behoorende bewijsstukken. De VOORZITTER stelt voor, deze rekening tot onder zoek en rapport te stellen in handen eener commissie van drie leden. Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den Raad, dat de Voorzitter deze com missieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd deheeren Bogmans, Van Werkhooven en Kooperberg. 9. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, betref fende de aanbieding van een geschenk door Gebroeders Charles, Jos en Frans Laurijssen, bestaande in het doen aanbrengen van gebrandschilderde ramen in het trappenhuis van den nieuwbouw van het Stadhuis. De VOORZITTER geeft in overweging, dit edelmoedig geschenk te aanvaarden en de milde gevers hiervoor har telijk dank te betuigen. Hiertoe wordt besloten. In aansluiting aan dit punt deelt de VOORZITTER mede, dat het bestuur van het Stedelijk Museum voor Geschiedenis en Oudheidkunde heeft aangeboden een aan tal teekeningen, met verzoek deze te voorzien van een encadrement en ze, ter decoratie van het Stadhuis, op te hangen. Het Stedelijk Museum is bereids namens den Raad dank gezegd. Verder is ontvangen een brief vandeheeren H an rath, architect van den Stadhuisbouw, en Joep Nicolas, kunstschilder, die te zamen aanbieden een muurschildering in de nieuwe raadzaal.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 261