25 JUNI 1926. 265 a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel b. dat het fletsenhokje, staande achter in den hoek van het te bouwen perceel worde opgeruimd c. dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht d. dat de couponkamertjes niet van bestemming veran deren en nimmer geheel of gedeeltelijk als woning worden ingericht of gebruikt e. dat ten genoegen van Burgemeester en Wethouders eene ventilatie-inrichting worde aangebracht in het vóór de te bouwen kamertjes gelegen lokaal f. dat ter voldoening aan art. 5 der Woningwet, de ver- eischte teekeningen, ingericht volgens art. 105 der Bouwver ordening, aan Burgemeester en Wethouders ter goedkeuring worden aangeboden; g. dat, wanneer binnen drie maanden na de dagteekening van dit besluit, van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleenden onder bepaling, dat bij niet-vervulling van een dezer voor waarden de verleende uitzondering vervalt. 12. Adres van J. van den Enden, daarbij ontheffing verzoekende van art. 15 der Bouwverordening, ten behoeve van de bebouwing van het perceel hoek Kloosterpl. en Vlaszak. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond heidscommissie en den Adjunct-Directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet houders om op het adres afwijzend te beschikken. Wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 13. Adres van J. B. Ruedisueli, daarbij ontheffing verzoekende van art. 15 der Bouwverordening, ten behoeve

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 265