25 JUNI 1926. 271 De heer CERUTTI wil de kade zóó sterk maken, dat de boomen geen kwaad kunnen doen. De VOORZITTER wil de goedkeuring van den Raad op dit voorstel vragen, onder voorbehoud dat, indien eenigs- zins mogelijk, dit besluit niet wordt uitgevoerd. Daartoe wordt besloten. 20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij ziging der gemeente-begrooting, dienst 1925, in verband met de liquidatie van de Bank van Leening. De heer SPEYART VAN WOERDEN vraagt, of de gebouwen van de Bank van Leening indertijd zijn aange kocht met geleende gelden, dan wel uit de winst der Bank. Spr. heeft hierover geen positieve zekerheid kunnen ver krijgen, hoewel het z. i. toch moet vaststaan, daar anders de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat hiervoor tweemaal geleend wordt. De heer CERUTTI deelt mede, dat de gebouwen zijn aangekocht uit de winst der Bank. Daarom is het, volgens Spr. juist, dat die gebouwen thans in mindering komen van het nadeelig saldo der Bank van Leening. Ook het gewone onderhoud is steeds door de Bank betaald. De heer PELSTER zegt, dat hij geen volkomen zeker heid heeft kunnen verkrijgen, hoe de gebouwen indertijd zijn aangekocht. Wel weet Spr., dat de gebouwen steeds onder het actief van de Bank van Leening zijn vermeld. Zonder verdere opmerkingen wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 271