25 JUNI 1926. 273 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij ziging der begrooting van de Waterleiding en in verband daarmede wijziging der gemeente-begrooting, dienst 1926. De heer ZIJLMANS verklaart tegen dit voorstel te zullen stemmen. De heer APPELBOOM vraagt, waarom dit voorstel niet tegelijkertijd werd gedaan met het bekende voorstel tot verbetering en uitbreiding der Waterleiding. Spr. steltvoor, om voortaan bij dergelijke voorstellen tegelijkertijd te voegen de voorstellen tot wijziging der gemeente-begrooting. Boven dien ziet Spr. hierin een miskenning van de bevoegdheid van de Gedeputeerde Staten. Dit college toch heeft het recht zijn veto over deze voorstellen uit te spreken. Deze bevoegdheid wordt hier echter tot een wassen neus gemaakt. Keuren Gedeputeerde Staten het eerste raadsbesluit goed, dan zien zij zich genoodzaakt ook het daarmede verband houdende voorstel tot wijziging der gemeente-begrooting te sanctionneeren. Ook kunnen Burgemeester en Wethou ders bij niet goedkeuring door Gedeputeerde Staten, gevaar loopen verantwoordelijk gesteld te worden voor de uitgaven. Spr. heeft gestemd tegen het voorstel tot herstelling en uitbreiding der Waterleiding. Uit consequentie zal Spr. ook aan dit voorstel zijn stem niet geven. De VOORZITTER erkent de opmerking van den heer Appelboom in het algemeen als juist. Er zijn echter gevallen denkbaar waarbij dit niet mogelijk is. Misschien had het bij dit voorstel wel gekund. Spr. merkt op, dat meestal wel rekening gehouden wordt met hetgeen door den heer Appelboom i3 opgemerkt. De heer ZIJLMANS vraagt stemming over dit punt. Het voorstel wordt daarop in stemming gebracht en aangenomen met 16 tegen 4 stemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 273