278 25 JUNI 1926. Ook het teekenwerk neemt gestadig toe. De bedoeling is hiervoor een jonge kracht aan te stellen tegen een be looning van f 100,per maand. De VOORZITTER deelt mede, dat het College van Burgemeester en Wethouders dit voorstel heeft gedaan op advies der Gascommissie. Op dat advies hebben zij het tegenwoordig voorstel aan den Raad gedaan. Spr. vraagt den heer K o r t e w e g, of het advies van de Gascommissie was, zooals het aan Burgemeester en Wethouders gegeven is. De heer KORTEWEG zegt, dat de heer Z ij 1 m a n s wel de opmerking heeft gemaakt om de tijdelijke aanstelling te verlengen. De heer ZIJLMANS herhaalt, dat hij tegen een vaste aanstelling van een scheikundige is. Ook in de Gascommissie heeft Spr. uitdrukkelijk verklaard, dat hij is voor de aan stelling van een teekenaar, doch niet voor een vast schei kundige. Deze meening blijft Spr. toegedaan. Wil men het voorstel daarom splitsen, dan zal Spr. stemmen voor de aanstelling van een teekenaar, maar niet voor een vast scheikundige. In de vergadering der Gascommissie, waarin dit punt is behandeld, waren twee leden aanwezig. De heer Schrauwen verklaarde zich voor het voorstel zooals het hier ligt. Spr. heeft zich uitdrukkelijk tegen een vaste aan stelling verzet. Spr. roept de notulen tot getuige. De VOORZITTER zegt, dat de zaak thans heel anders komt te staan. Het College heeft zijn voorstel gebaseerd op het advies der Gascommissie. Thans blijkt, dat de meeningen in die commissie verdeeld waren en een der twee advisee- rende leden pertinent tegen de aanstelling van een vasten scheikundige is. Het advies is hier niet aanwezig, doch Spr. meent, dat het advies der Gascommissie zoo was, dat er alle aanleiding was voor dit voorstel. De zaak wordt nu zeer moeilijk. Spr. is er voor, deze zaak nader te onderzoeken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 278