25 JUNI 1926. 279 De heer SCHRAUWEN zegt, dat hij in de Gascommissie voor het advies heeft gestemd en dat hij den indruk heeft gekregen, dat de heer Zijlmans zich ten slotte bij dit advies heeft neergelegd. De heer KORTEWEG zegt, dat de heer Z ij 1 m a n s aanvankelijk geheel tegen dit voorstel was. Later was hij echter voor een tijdelijke aanstelling. Spr. heeft echter, evenals de heer Schrauwen, den indruk gekregen, dat de heer Z ij 1 m a n s ten slotte met het gegeven advies accoord is gegaan. Er is echter niet gestemd. De heer ZIJLMANS herhaalt, dat hetgeen hij gezegd heeft, waar is. De VOORZITTER merkt op, dat het advies der Gas commissie anders schijnt te zijn dan het hier naar voren wordt gebracht. Spr. is er voor, dit punt aan te houden. De heer APPELBOOM verzoekt, den Raad over te leggen een schriftelijke uiteenzetting van de Directie, wat de taak van dezen ambtenaar is, hoe die taak ontstaan is en, zoo die taak reeds lang bestaat, door wien zij werd verricht. De heer KORTEWEG deelt mede, dat in verband met de ingebruikneming van twee ovens, een scheikundig ingenieur is gekomen. Deze is daarna weggegaan, waarop een ander is gekomen. De Directeur meende aanvankelijk, dat net een tijdelijke betrekking was en dat deze ambtenaar eveneens teekenwerk zou kunnen verrichten. Thans blijkt echter de scheikundige een dagtaak te hebben en dat hij geen teeken werk kan verrichten. Daarom wordt voorgesteld een teekenaar te benoemen. De VOORZITTER meent, dat dergelijke detailbespre kingen hier niets geven en geeft in overweging, de behan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 279