280 25 JUNI 1926. deling van dit punt tot een volgende vergadering aan te houden. Daartoe wordt besloten. 15. Adres van M. B e ij e r, om vergunning tot het plaatsen van vier lichtramen in den zijgevel en één licht raam in den achtergevel van het pand Groote Markt no. 28, met gunstig prae-advies van Burgemeester en Wethouders. 29. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot toekenning van een crediet voor de restauratie van de zijgevels in de poort naast het Stadhuis. De heer PELSTER wijst er op, dat door de vergunning tot het plaatsen van de vijf verlangde lichtramen, aan Be ij er een waardevolle gunst zou worden verleend. De heer B e ij e r zou daardoor goed verlichte logeer kamers verkrijgen. Onzerzijds wordt het wenschelijk geacht, de gevels in de open gang tusschen het Stadhuis en het gebouw van den heer B e ij e r met cement te bepleisteren, ten einde aan die gevels een behoorlijk aanzicht te geven. Den heer B e ij e r is daarom gevraagd, dit werk gezamenlijk te doen uitvoeren en ieder een deel van de kosten te betalen volgens de oppervlakte van ieders gevel. Hiertoe is de heer Be ij er echter niet bereid. Hij zou voor zijn aandeel f 550,moeten betalen, doch hij wil slechts f 250,betalen, zijnde de som, die hij toch reeds had bestemd om zijn gevel wat op te knappen. De heer B e ij e r heeft dus niets over voor de gemeente, maar verlangt wel van haar een gunst, die voor hem groote waarde heeft. Spr. is nu van meening, dat het niet aangaat, den heer Be ij er behalve de gunst van het hebben van lichtramen nog een cadeautje te geven van f 300,—, door uit de gemeentekas te betalen, wat het bepleisteren met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 280