AANHANGSEL VAN DE NOTULEN VAN HET VERHANDELDE IN DE VERGADERING VAN 28 JUNI 1926. Nadat bovenvermelde vergadering was gesloten, begaf men zich naar de vestibule van het nieuwe Stadhuisgedeelte ter onthulling van den gedenksteen, door de Raadsleden geschonken. Het oudste raadslid, de heer F. F. X. CERUTTI, sprak daarbij de volgende woorden Mijnheer de Burgemeester, Mijne Heeren, ,De leden van den Raad hebben gemeend in hun privé „als passend geschenk aan de gemeente Breda te mogen „aanbieden een gedenksteen, welke op dezen dag onthuld „zal worden „Alvorens tot die onthulling over te gaan, wensch ik „mede te deelen, dat de Schenkers hiermede bedoeld heb- ,ben te vereeuwigen den grooten burgerzin, door de ver schillende schenkers aan den dag gelegd, het beleid van .Burgemeester Van Sonsbeeck en den naam van den kun- digen bouwmeester Hanrath". Na voorlezing van den tekst der inscriptie, op den ge denksteen aangebracht (voorkomende op pagina 56 der Gedrukte Notulen 1926), verzocht Spr. het jongsten raads lid den steen te onthullen. De heer Mr. E. L M. H. Baron SPEYART VAN WOERDEN deed daarop het afsluitgordijn vallen. Vervolgens dankte de BURGEMEESTER den heer C e r u 11 i, als oudste raadslid, voor deze treffende verfraaiing van de gangen van den nieuwen bouw, treffend vooral wegens den goeden en waardeerenden geest, welke er uit spreekt, bovendien in het bijzonder treffend voor Spr wien het een genoegen was een factor te mogen zijn bij de totstandkoming. Voor de woorden, waarmee de heer C e- rutti de aanbieding deed gepaard gaan, is Spr. zeer erkentelijk. De herdenking van de schenkers, de lof aan den bouwmeester getuigen van fijn gevoel. Hiermede was deze plechtigheid geëindigd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 308