5 FEBRUARI 1926 ,,De prijs van het gas, geleverd over den ge- wonen meter en volgens het vastrecht-tarief, „alsmede het vastrecht worden bij afzonderlijk „raadsbesluit bepaald". „Artikel 18, 1ste zinsnede, te lezen als volgt: „Over het verschuldigde voor het geleverde „gas, het vastrecht en over de huur van den ge- .wonen meter wordt door de directie maandelijks „per kwitantie beschikt". „In artikel 20, 1ste zinsnede, tusschen de woor- „den „gas" en „en" in te voegen de woorden: „het vastrecht". De heer CERUTTI zegt het volgende Het voorstel tot invoering van een vastrechttarief voor gasverbruik heeft, zooals het daar ligt, niet mijn instem ming. Wat is namelijk de bedoeling Naar mijne meening geene andere dan het gasverbruik belangrijk te vermeer deren en daarmede het debiet van ons Gasbedrijf te ver- hoogen. Dat zulks inderdaad gewenscht is, zal niemand ontkennen, wil ten minste het op groote capaciteit en grooten omzet berekende bedrijf op den duur niet alleen rendabel blijven, maar tevens de voor de gemeente zoo onontbeerlijke winst blijven afwerpen. Kon men vóór enkele jaren terug nog met recht zeggen, dat de Gasfabriek het monopolie had van de levering van lichtze heeft een ernstige concurrent gekregen in het Electriciteitsbedrijf, zoo ernstig, dat men thans zonder overdrijving kan zeggen, dat, behalve in de nieuwe wijken, de volksbuurten, voor de straatverlichting en een enkel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 31