30 JULI 1926,
prae-advies uitgaat van het geheele College van Burgemeester
en WethoudersSpr. vraagt, of dit inderdaad zoo is.
De VOORZITTER Als U een prae-advies van het
College krijgt, wil dat nog niet zeggen, dat alle leden
daarmede instemmende meening van de minderheid komt
daarin niet altijd tot uiting.
De heer COHEN Dat is wel heel diplomatiek geant
woord, maar ik ben daardoor nog niet bevredigd.
De VOORZITTERAls de Raad een besluit neemt,
wil dat toch ook nog niet zeggen, dat ieder raadslid het
daarmede eens is.
Ook de heer KROONE is door de uiteenzetting van den
heer Pelster niet van meening veranderd. Voor Spr. staat
het vast, dat Van Dirven te laat zijn ouderdomsrente ont
vangen heeft.
De heer MEIJVIS is het met den heer Kroone eens,
dat, wanneer Van Dirven in een particuliere betrekking
was geweest, hem 21 weken eerder ouderdomsrente zou
uitgekeerd zijn geworden de man is nu gedupeerd, doordat
hij in gemeentedienst was.
De heer KORTEWEG verklaart, de minderheid in het
College te hebben gevormd, welke er voor was om Van
Dirven alsnog een uitkeering te doen.
Deze heeft 21 weken ouderdomsrente moeten derven,
weshalve Spr. het niet meer dan billijk vindt, dat hem alsnog
een bedrag van 21 X f 2,— f 42,wordt uitgekeerd.
Hij zal daarom gaarne het voorstel van den heer Cohen
steunen. Met een toekenning van pensioen, zooals in het
adres wordt gevraagd, kan hij zich echter niet vereenigen.
De heer MOLL denkt er in tegenstelling met den