30 JULI 1926.
333
den Raad over te leggen, opdat men dan kan nagaan, hoe
de zaak in elkaar zit.
De VOORZITTER: Er is geen officieel contract; de
zaak is bij correspondentie afgedaan.
De heer COHEN vraagt, of het den Voorzitter bekend
is, dat de Maatschappij in staat is hare verplichtingen na
te komen. Zoo niet, dan lijkt het hem de beste oplossing,
het contract te verbreken en de cokes aan anderen te ver-
koopen. Spr. heeft n.l. een afschrik van procedeeren.
De VOORZITTERVolgens onzen rechtskundigen
raadsman staan onze kansen om het proces te winnen er
allergunstigst voor.
De heer KORTEWEG deelt mede, dat volgens inge
wonnen informaties de Maatschappij goed is voor het te
vorderen bedrag. Voorts merkt Spr. op, dat men een contract
niet eenzijdig kan verbreken.
De heer COHEN Ook niet in overeenstemming met de
andere partij
De heer KORTEWEGDie heeft dat niet verzocht.
Zonder verdere bedenkingen wordt conform
het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
25. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, waarbij
zij hun voorstel, strekkende tot onbewoonbaarverklaring
van de woningen Korte Gampelstraat nos. 10, 12 en 14,
intrekken.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
26. Schrijven van den Minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid, daarbij in overweging gevende, het raadsbesluit