30 JULI 1926.
343
„Bij de tijdelijke aanstelling van een assistent-scheikundige
„in 1925 is bij de benoeming uitgezien naar iemand die
„tevens bekwaam was eenig teekenwerk te verrichten. De
„bedoeling heeft toen voorgezeten om na afloop der ver
bouwing, waardoor er minder teekenwerk te verrichten
„zou zijn, de betrekking van assistent-scheikundige en tee-
„kenaar samen te voegen.
„In het afgeloopen jaar is evenwel gebleken, dat dit door
„de vele werkzaamheden van voornoemden assistent-scheikun-
„dige niet mogelijk is, zoodat dit aan een afzonderlijken
„functionaris moet worden opgedragen. Evenwel kan de
„technisch ambtenaar le klasse op een salaris van f 2500,—
„f 2900,—, die vroeger een vaste en de laatste jaren in
„tijdelijken dienst was, gemist worden. In plaats daarvan is
„er voor het geregeld voorkomend teekenwerk bij de drie
„bedrijven, voor het opmeten van werkstukken in de fabriek,
„het bijhouden van kaarten, enz behoefte aan een aankomend
„teekenaar. Daar het salaris van dezen functionaris op circa
„f 100.— per maand gesteld zou kunnen worden, geeft de
„aanstelling hiervan een niet onbelangrijke besparing.
„Op grond van het vorenstaande hebben wij derhalve de
„eer U bovendien voor te stellen, ons te machtigen tot
„tijdelijke aanstelling van een aankomend teekenaar op een
„salaris van f 100,— per maand, in dier voege dat de aan
stelling zal geschieden van maand tot maand voor een
„tijdvak van ten hoogste 12 maanden.
„De Gascommissie daaromtrent gehoord, kan zich hier-
„mede vereenigen".
Bij dit voorstel is gevoegd een nader schrijven van Bur
gemeester en Wethouders, luidende
„Ten gevolge op ons voorstel d.d. 16 Juni 1926 Nr.
„V/691, dat weder hierbij gaat, en ter voldoening aan de
„in de vergadering van Uwen Raad d.d. 25 Juni j.l. ge
vraagde inlichtingen, hebben wij de eer U het volgende
„omtrent de taak van den assistent-scheikundige aan de
„Gasfabriek mede te deelen.
