34 5 FEBRUARI 1926. 1. aan artikel 3 der verordening, regelende de voor waarden voor de levering van gas, voorts toe te voegen „waarna betreffende deze levering tusschen de ge- „meente en den gasverbruiker een schriftelijke over eenkomst zal worden aangegaan" 2. aan artikel 16 voorts toe te voegen „met dien verstande, dat de prijs van het gas, waar- ever het vastrecht niet wordt geheven, niet meer „dan 8/s mag bedragen dan die van het gas, waar- ever het vastrecht wél geheven wordt. Deze be merking wordt in de in art. 3 bedoelde schriftelijke „overeenkomst opgenomen". De VOORZITTER zegt, dat door den heer Speyart van Woerden amendementen op het voorstel van Burgemeester en Wethouders zijn ingediend, welke niet voetstoots behandeld kunnen worden, zij zullen nader moeten worden bezien en het advies van den Directeur der Licht- bedrijven zal daaromtrent behooren te worden ingewonnen. Derhalve zal de afdoening van dit punt der agenda tot een volgende vergadering moeten worden uitgesteld. Het komt Spr. evenwel het beste voor, met de bespreking van dit voorstel in eersten termijn door te gaan en daartoe den raadsleden, die het wenschen, het woord te verleenen, daar er meer opmerkingen gemaakt kunnen worden, welke nadere overweging verdienen. De heer HORNIX vraagt, of de overeenkomst afhankelijk is van het pand, dat bewoond wordt. Immers het kan b.v. voorkomen dat iemand, die zoo n overeenkomst heeft ge sloten, later een café gaat beginnen. Spr. vraagt, of met dergelijke gevallen rekening is gehouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 34