350 30 JULI 1926. „of niet voor het vastrecht-tarief aan te melden. Acht „degene, die het voor zich wenscht toegepast te zien, het „nuttig zich in verband daarmede nieuwe installaties aan te „schaffen of andere opofferingen te getroosten, dan is zulks, „evenals in andere gevallen van veranderbare tarieven of „vergunningen, voor zijn risico. „Op de door den heer H o r n i x gestelde vraag kan „worden medegedeeld, dat verhuizing geen verandering „brengt, wanneer men gasverbruiker van Breda blijft. De „regeling, gelijk wij deze hierbij overleggen, biedt overigens „gelegenheid om bij veranderde omstandigheden onbillijke „werking van het tarief te voorkomen. „Het bezwaar van den heer M e ij v i s, dat door het „vastrecht-tarief de gasprijs voor een jaar wordt vastgesteld, „is niet duidelijk. De vastrecht-hoeveelheid (het verbruik van „vorig jaar) wordt berekend tegen een prijs, die, naar wij „ons denken, 6 cents lager is dan de gewone gasprijs. Een „enkel voorbeeld moge dit verduidelijken. „Iemand verbruikte over het tijdvak van 1 Juli 1925 tot „1 Juli 1926 720 Ms gas. Bij een gasprijs van 10 cent moet „hij dan betalen 720 X 10 f 72,Deze zelfde ver bruiker zal, indien hij verbruiker naar het vastrecht-tarief „wordt, naar bovenbedoeld tarief, bij een verbruik van „800 M3 over het tijdvak van 1 Juli 1926 tot 1 Juli 1927 „hebben te betalen: 720 X 4 cent f 28,80 800 X 6 cent f 48,— Samen f 76,80 „Is hij geen vastrecht-verbruiker, dan is hij verschuldigd „800 X 10 cent f 80,-. „Wanneer deze verbruiker van 1 April 1926 tot 1 April «1927 minder dan 720 M3, b.v. 700 M8 verbruikt, dan heeft „hij te betalen 720 X 4 cent f 28,80 700 X 6 cent f 42,— Samen f 70,80

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 350