30 JULI 1926. 351 „Wij hebben het nuttig geacht de bepalingen omtrent het „vastrecht-tarief in een afzonderlijke regeling vast te leggen. „Te zijner tijd zal bij herziening van gemeenteblad no. 275 „kunnen worden overwogen, deze regeling in de algemeene „verordening op te nemen. Voor zoover de artikelen van „de hierbij voorgestelde regeling na het vorenstaande en „na ons voorstel van 9 Januari j 1. nog toelichting behoeven, „zij het volgende opgemerkt. „Uit artikel 1 blijkt duidelijk, aan welke verbruikers gas „naar het vastrecht-tarief kan worden verstrekt. „In artikel 3 is rekening gehouden met den wensch de „hoeveelheid gas als basis dienend voor de toepassing van „het vastrecht-tarief zoo duidelijk mogelijk aan te duiden. „Voor zooveel noodig wordt opgemerkt, dat onder „gewone „gasprijs" in artikel 4 wordt verstaan de prijs, zooals deze „in ons voorstel van 9 Januari j.l. naar den bestaanden „toestand is vermeld voor Breda, Ginneken, Teteringen en „Princenhage, wat de laatste gemeente betreft, voor zoover „de bewoners buiten het verzorgingsgebied dier gemeente „vallen, „Het komt ten slotte gewenscht voor, in deze algemeene „regeling het tarief niet te bepalen, doch dit aan een af zonderlijk raadsbesluit, waarvan het ontwerp mede hierbij „gaat, over te laten." De heer VAN WERKHOOVEN is voor invoering van een vastrecht-tarief, omdat zulks het gasverbruik zal bevorderen. Spr. vindt het echter bezwaarlijk, dat het alleen zal gelden voor levering van gas over den gewonen meter. Dit bezwaar zou kunnen worden ondervangen, als Burge meester en Wethouders de toezegging wilden doen, dat omzetting van den muntmeter in een gewonen meter tegen geringe kosten kan geschieden. De heer KORTE WEG: Het ligt juist in de bedoeling om de muntmeters zooveel mogelijk op te ruimen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 351